Zowel op nationaal als internationaal vormen maatregelen om de klimaatverandering tegen te gaan een politieke prioriteit. Het Akkoord van Parijs, dat tot doel heeft de klimaatverandering af te remmen (maximale temperatuurstijging wereldwijd tegen 2100 op zijn minst 2°C terugbrengen naar een pre-industrieel niveau) door de CO2-uitstoot terug te dringen, is een van de belangrijkste hoekstenen daarvoor. In de Verklaring van Mannheim, die is ondertekend op 17 oktober 2018, hebben de voor de binnenvaart bevoegde transportministers van de lidstaten van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR – Duitsland, België, Frankrijk, Nederland en Zwitserland) bevestigd dat zij ernaar streven de uitstoot van broeikasgassen en andere verontreinigende stoffen nagenoeg uit te bannen tegen 2050.
Met het oog op een verdere verbetering van de ecologische duurzaamheid van de Rijn- en de binnenvaart krijgt de CCR daarnaast in de Verklaring van Mannheim de opdracht een routekaart op te stellen om de uitstoot van:
In de bovengenoemde Verklaring wordt de CCR ook opgedragen het voortouw te nemen voor het opzetten van een nieuw financieel instrument om de genoemde doelstellingen te bereiken.
Op 28 november 2018 presenteerde de Europese Commissie haar strategische langetermijnvisie voor een bloeiende, moderne, concurrerende en klimaatneutrale economie in 2050: Een schone planeet voor iedereen, waarin zij oproept tot een Europees beleid inzake de terugdringing van broeikasgasemissies dat ertoe moet leiden dat alle vervoerswijzen, ook de binnenvaart, in 2050 klimaatneutraal zijn. Daarnaast levert de mededeling van de Europese Commissie van mei 2018 “Een Europa dat beschermt: schone lucht voor iedereen” het beleidskader voor de vermindering van emissies van verontreinigende stoffen zoals NOx en stofdeeltjes. In de mededeling is er ook aandacht voor de vervoerssector.
De Green Deal van de Europese Commissie voor Europa van december 2019 en haar “Strategie voor een duurzame en slimme mobiliteit” van december 2020 leggen prioritaire beleidsgebieden vast waaronder duurzame mobiliteit en maatregelen die genomen moeten worden om Europa tegen 2050 klimaatneutraal te maken.
In de ministeriële verklaring “Inland Navigation in a Global Setting” die in 2018 in Wroclaw werd aangenomen onder auspiciën van de ECE/VN wordt eveneens benadrukt dat de terugdringing van emissies van groot belang is voor de toekomst van de binnenvaart.
Gezien de situatie zullen alle vervoerswijzen inspanningen moeten leveren om emissievrij te worden. De binnenvaart staat dan ook onder grote druk om maatregelen te nemen die de sector in staat stellen deze transitie door te maken, zowel waar het gaat om emissies van verontreinigende stoffen - waar sinds 2014 de grootste aandacht naar is uitgegaan - maar ook op het gebied van broeikasgasemissies, waar pas de laatste tijd meer aandacht voor is.
In de genoemde Verklaring van Mannheim wordt bovendien gewezen op de noodzaak om nieuwe en moderne financiële instrumenten te ontwikkelen om de milieudoelstellingen te bereiken aangezien de bestaande subsidie- en financieringsmechanismen tot nu toe niet de verwachte resultaten hebben opgeleverd. De CCR wordt de taak toevertrouwd het voortouw te nemen bij de ontwikkeling van dergelijke instrumenten.
Om de haar toebedeelde rol te kunnen vervullen, besloot de CCR EICB (Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart) de opdracht te geven een voorbereidende studie uit te voeren en daarbij een groot aantal belanghebbenden te betrekken.
Aan de hand van de probleemstelling “hoe moet de energietransitie van de binnenvaartsector gefinancierd worden?” ging het er bij de voorbereidende studie om samen met de betrokken actoren de belangrijkste onderzoeksvragen te bepalen. Deze onderzoeksvragen werden geformuleerd op basis van interviews met zo veel mogelijk stakeholders (bedrijfsleven, EU-instellingen, financiële instellingen, nationale overheden, enz.…):
Het doel van de voorbereidende studie was de basis te leggen voor diverse andere grotere studies.
Op basis van de resultaten van de voorbereidende studie en de daarin geïdentificeerde onderzoeksvragen heeft de plenaire vergadering van de CCR tijdens de voorjaarszitting van mei 2019 een belangrijke eerste stap gezet in de tenuitvoerlegging van de Verklaring van Mannheim met het besluit een diepgaande CCR-studie uit te laten voeren over de “Financiering van de energietransitie voor een emissievrije Europese binnenvaart”.
Daarnaast worden tegelijkertijd nog twee studies uitgevoerd met ondersteuning van Nederland en Zwitserland, die deze hoofdstudie aanvullen en respectievelijk betrekking hebben op:
Deze drie aanvullende studies maken deel uit van het overkoepelende studieproject en staan dus niet los van elkaar.
De belangrijkste doelstellingen van dit overkoepelende studieproject kunnen als volgt worden samengevat:
De studie is kort gezegd opgebouwd als hieronder beschreven:
Een uitsplitsing in delen omwille van twee redenen:
De drie studies zijn tegelijkertijd uitgevoerd. Zij maken deel uit van het overkoepelende studieproject van de CCR over de energietransitie naar een emissievrije binnenvaartsector waarbij de volgende aspecten centraal staan:
Het tijdschema kan als volgt worden beschreven:
De CCR heeft op 3 juni 2021 tijdens de voorjaarszitting een besluit 2021-I-6 aangenomen zodat de definitieve resultaten van de studie openbaar gemaakt kunnen worden. De resultaten van de studie mogen niet beschouwd worden als het standpunt van de Centrale Commissie en haar lidstaten.
In dit kader worden nu de volgende documenten online ter beschikking gesteld:
De energietransitie is een zeer grote uitdaging voor de Rijn- en Europese binnenvaart, omdat zij gepaard gaat met veel technologische onzekerheden en aanzienlijke kosten. De kosten zullen in de miljarden lopen en het bedrijfsleven is niet in staat zelf voor al deze kosten op te komen.
De CCR heeft kennisgenomen van de resultaten van de studie die uitgevoerd werd in nauw overleg met de belangrijkste stakeholders in de Europese binnenvaart. De CCR onderstreept de conclusie dat een Europese steun- en financieringsregeling in combinatie met publieke en private middelen een belangrijke rol zou kunnen spelen om de energietransitie in de binnenvaartsector tot stand te brengen. Een dergelijk mechanisme zou tegen dezelfde voorwaarden voor de scheepseigenaren in alle CCR-lidstaten open moeten staan.
De CCR beschouwt deze studie, die uitdrukkelijk een Europese dimensie heeft, als een mijlpaal in de tenuitvoerbrenging van de Verklaring van Mannheim, en begroet de richtinggevende aard ervan in het kader van de overwegingen met betrekking tot de financiering van de energietransitie.
De conclusies van de studie leveren bovendien een belangrijke bijdrage om een bredere discussie op gang te brengen op Europees, internationaal en Rijnniveau, waarbij de focus ligt op de economische, technische, juridische en praktische haalbaarheid van een Europese subsidieregeling en financieel mechanisme voor de energietransitie. Zoals al eerder gezegd, wil de CCR – ook in de context van het PLATINA3-project - bijdragen aan deze belangrijke discussie, die samen met het bedrijfsleven, de Europese instellingen, financieringsinstellingen en nationale overheden gevoerd zal moeten worden.
Disclaimer: De in deze studie vermelde conclusies en meningen behoren toe aan de auteurs en zijn niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR). De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het gebruik van de kennis, informatie of gegevens uit dit document. De CCR is niet aansprakelijk voor het gebruik van de kennis, informatie of gegevens uit dit document of gevolgen die voortvloeien uit dit gebruik.