De CCR wil bijdragen aan de welvaart van de Rijnvaart. Daartoe heeft zij altijd een rol op zich genomen in de economie van het Rijnvervoer. Deze heeft in de loop van de geschiedenis verschillende vormen aangenomen. Zo zette de CCR zich in de 19e eeuw in voor het verlagen en vervolgens afschaffen van tollen, tolposten en andere aanspraken op de Rijnvaart, en bevestigde dat door middel van de Akte van Mannheim van 17 oktober 1868 (artikel 3). Ook heeft de CCR aan het eind van de 19e en begin 20ste eeuw invloed uitgeoefend op een regeling van de douanerechten.
In de jaren 1950 en 1960 maakte zij zich tevens sterk voor het houden van economische conferenties om oplossingen te vinden voor de moeilijkheden die de sector indertijd ondervond. De CCR heeft tevens een belangrijke rol gespeeld in het behoud van de contractvrijheid voor vrachtvervoer op de Rijn, in een periode waarin prijsregulering op nationaal niveau overwogen werd. Eind jaren 1960 nam de CCR met de Europese Commissie deel aan het overleg en de uitwerking van een (niet gerealiseerd) project voor het organiseren van een oplegregeling van de vloot.
De jaarverslagen van de CCR uit de jaren vóór 2000 omvatten kwantitatieve aanwijzingen over het aantal vaartuigen in de Rijnvloot, de vervoerde hoeveelheden, de activiteit in de belangrijkste havens, enzovoort. (Voor een historische illustratie: de statistische gegevens van het verslag van werkzaamheden van de CCR uit 1836).
Recenter heeft de CCR samengewerkt met de Europese Commissie om uitvoering te geven aan een Gemeenschappelijk structureel saneringsbeleid.
In de huidige context, waarin het principe van de vrije markt domineert, heeft de rol van de CCR op economisch vlak meer indirecte vormen aangenomen, en komt tot uitdrukking in economische studies en de organisatie van economische congressen en rondetafelconferenties over onderwerpen van economisch belang (overgang naar dubbelwandige vaartuigen; gevolgen van de klimaatverandering; enzovoort). Voor deze werkzaamheden beschikt de CCR over een Economische Commissie.
Heeft als opdracht de tendensen te volgen in de vervoersmarkt in het algemeen en de binnenvaart in het bijzonder, met het oog op te leveren bijdragen ter bevordering van het vervoer over water. Deze opdracht omvat, naast de inventarisatie en de economische analyses van de markt, ook bijdragen aan het beleid ter bevordering van het vervoer over water en de evaluatie van algemene politieke maatregelen die van invloed kunnen zijn op de vervoersmethode of de betreffende markt. Marktobservatie is daarbij een essentieel hulpmiddel.
Voor de uitwerking van statistieken over de Rijn- en binnenvaart wordt het comité bijgestaan door een werkgroep "Statistische gegevens" (ECO/G) waarin statistiekdeskundigen van de lidstaten deelnemen. De statistische benadering is in het licht van de beschikbare bronnen sterk ontwikkeld. Bovendien is vanwege het ontstaan van een bredere Europese binnenvaartmarkt het opstellen van zuivere "Rijnstatistieken" zowel lastiger als minder belangrijk geworden (zie Rijnstatistieken 1998-2002).
In het kader van haar opdracht onderhoudt de commissie nauwe betrekkingen met het bedrijfsleven. Het merendeel van de delegaties van de CCR heeft commissarissen benoemd uit de binnenvaartsector. Om de uitwisselingen met alle economische deelnemers te vergemakkelijken, organiseert de commissie regelmatig forums, rondetafelgesprekken en thematische vergaderingen. De documenten betreffende die bijeenkomsten zijn beschikbaar op de website.
Voorzitterschap van het Comité: Mevr. Muriel BOULDOUYRÉ, Commissaris van Frankrijk
Secretariaat: Mevr. ROUX