Routekaart van de CCR voor het terugdringen van de emissies

Routekaart van de CCR voor het terugdringen van de emissies in de binnenvaart

Documenten

  • Routekaart van de CCR voor het terugdringen van de emissies in de binnenvaart 14144 kB 14137 kB 14131 kB 14122 kB
  • Routekaart van de CCR voor het terugdringen van emissies in de binnenvaart: de hoofdpunten op een rijtje 1758 kB 1746 kB 1756 kB 1754 kB
Top

Beknopte samenvatting

Overeenkomstig de opdracht in de ministeriële Verklaring van Mannheim van 17 oktober 2018 heeft de CCR een routekaart opgesteld die tot doel heeft de uitstoot van broeikasgassen en luchtverontreinigende stoffen door de binnenvaart tegen 2050 zo veel mogelijk terug te dringen, hetgeen ook de langetermijnvisie is van de Europese Unie (EU). De energietransitie moet gezien worden als een cruciale uitdaging voor de Rijnvaart en Europese binnenvaart. Zoals bekend is er de afgelopen jaren weliswaar meer innovatie die erop gericht is de emissies van bestaande en nieuwe schepen terug te dringen, maar dit beperkt zich vooralsnog tot proefprojecten, hoewel die van het grootste belang zijn om meer kennis op te doen over nieuwe technologieën en om te onderzoeken hoe economische, financiële, technische en regelgevende hindernissen voor de uitrol van technologieën die in aanmerking komen, overwonnen kunnen worden.

Ondanks de huidige onzekerheden, die met name betrekking hebben op de ontwikkeling, de kosten, het maturiteitsniveau en de beschikbaarheid van technologieën die kunnen bijdragen aan de transitie naar een emissievrije binnenvaart, moet er nu een begin worden gemaakt met het uitstippelen van een weg om dit ambitieuze doel op middellange en lange termijn te kunnen bereiken. Tegen deze achtergrond moeten de maatregelen vastgesteld en nader onder de loep genomen worden die het mogelijk maken de transitie naar een nul-uitstoot sneller te bereiken (zoals reglementaire maatregelen, onderzoeken hoe de uitstoot zich ontwikkelt, financiële ondersteuning voor de energietransitie, …), met inbegrip van de ontwikkeling van technologische transitietrajecten voor de vloot, omdat dit essentiële aspecten zijn die om de hoek komen kijken als men een realistische en gedegen routekaart wil opstellen. Deze routekaart moet wat dit betreft dan ook gezien worden als het voornaamste instrument van de CCR om bij te dragen aan de klimaatverandering door de energietransitie in de binnenvaart te bevorderen en daardoor het Europese binnenvaartbeleid te ondersteunen. De routekaart is met name gebaseerd op de eindresultaten van de studie van de CCR met betrekking tot de energietransitie naar een emissievrije binnenvaart en op het nauwe overleg met de relevante stakeholders.

Om ervoor te zorgen dat alle partijen die betrokken zijn bij de energietransitie in de binnenvaart uitgaan van een gemeenschappelijke informatiestand, was het belangrijk om het eens te worden over de scope van deze routekaart en de belangrijkste definities. In dit kader werd met name besloten om:

  • de binnenvaart centraal te stellen en te definiëren als het vervoer van goederen en passagiers door binnenvaartschepen. Pleziervaartuigen, dienstvaartuigen en drijvende werktuigen zijn om te beginnen buiten beschouwing gelaten;
  • de emissies te definiëren als luchtverontreinigende stoffen en broeikasgassen die vrijkomen als gevolg van het gebruik van de voortstuwing en hulpsystemen aan boord van binnenvaartschepen;
  • bij wijze van tussenoplossing een “tank-to-wake”-benadering te volgen (TTW, van brandstoftank tot brandstofverbruik), totdat er een “well-to-wake”-benadering (WTW, van bron tot verbruik) beschikbaar is voor de desbetreffende energiedragers. Het volgen van deze benadering impliceert echter dat er ramingen gemaakt moeten worden voor de upstream-ketens (emissies die eerder ontstaan en de beschikbaarheid van de brandstof) en dat deze ramingen te optimistisch uit kunnen vallen.

De routekaart heeft in het bijzonder tot doel om voor de vloot (nieuwe en bestaande schepen) twee transitietrajecten te schetsen. Een meer conservatief traject, dat gebaseerd is op al uitgerijpte technologieën die op korte termijn kostenefficiënt zijn, maar die onzekerheden inhouden met betrekking tot de beschikbaarheid van bepaalde brandstoffen, en een meer innovatief traject, dat gebaseerd is op technologieën die nog in de kinderschoenen staan, maar op langere termijn veelbelovend zijn als het gaat om het terugdringen van de emissies. De transitietrajecten beschrijven ook de rol die de verschillende technologische oplossingen zullen spelen in de context van de uitdaging van de energietransitie, omdat geëvalueerd wordt in hoeverre zij geschikt zijn voor de verschillende scheepstypen in Europa en het vaarprofiel van de schepen. De twee transitietrajecten zijn beide ambitieus genoeg om de doelstellingen van de Verklaring van Mannheim te bereiken. Een belangrijke conclusie is dat er geen technologische oplossing is die als “one size fits all”, dus als algemene oplossing geschikt zou zijn voor alle typen schepen en vaarprofielen. Om de energietransitie te bewerkstellingen zou daarom gezocht moeten worden naar een technologieneutrale benadering. Verder wordt er ook ingegaan op de financiële uitdaging en de mogelijke vorm van “no-regret”-investeringen. De financiële kloof die overbrugd zal moeten worden om de doelstellingen van de Verklaring van Mannheim voor het terugdringen van de emissies te bereiken zijn voor het ene en andere transitietraject zeer uiteenlopend, maar zullen voor beide naar verwachting in de miljarden lopen.

Er moet ook rekening gehouden worden met de economische, technische, sociale en reglementaire aspecten om de uitdaging van de energietransitie naar nul-emissies aan te kunnen gaan. Welke concrete beleidsmaatregelen hieraan bij kunnen dragen, was de vraag die de rode draad vormde bij het uitwerken van het tenuitvoerleggingsplan dat in de routekaart wordt voorgesteld. Dit tenuitvoerleggingsplan heeft tot doel maatregelen voor te stellen, met inbegrip van de planning en implementatie, los van het feit of zij al dan niet rechtstreeks door de CCR kunnen worden getroffen, waarbij tevens een monitoring voorzien is van de tussentijdse en einddoelstellingen die in de Verklaring van Mannheim zijn vastgelegd. De CCR zal tegen 2025 verslag uitbrengen over de geboekte vooruitgang bij de tenuitvoerlegging en over de noodzaak om de routekaart te actualiseren, en zal tegen 2030, indien nodig, de routekaart en het desbetreffende actieplan herzien.

De CCR wil graag door deze routekaart een bijdrage leveren om tot een gemeenschappelijke visie te komen voor de energietransitie en de uitdagingen die hiermee gepaard gaan voor de binnenvaartsector. Het is wenselijk de samenwerking met de andere partijen die een rol spelen bij de energietransitie, op de eerste plaats de EU, te versterken, om op deze wijze het voorgestelde tenuitvoerleggingsplan gezamenlijk uit te voeren en te waarborgen dat er maatregelen getroffen worden die specifiek op de binnenvaartsector zijn toegesneden.

Top